Bloeddonatie en plasmadonatie

Bloeddonatie

Een bloeddonatie is een vrijwillige afgifte van bloed door een bloeddonor. Het bloed kan bestemd zijn voor een patiënt die een bloedtransfusie nodig heeft, maar ook voor de fabricage van medicijnen. Een bloeddonatie vindt meestal plaats op een bloedbank, waarna het bloed getest en bewerkt zal worden, voordat het naar een patiënt in een ziekenhuis gaat. In Nederland is men vandaag belangeloos bloeddonor, dat wil zeggen dat men geen geld of een andere beloning ontvangt voor het gegeven bloed. Bij mijlpalen als 5, 10 en 20 keer doneren, ontvangt men wel een symbolische blijk van dank. Veel bloeddonoren zien het feit dat men met het doneren van bloed een maatschappelijk nuttig doel dient als een vorm van beloning op zich. Men kan bloeddonor worden vanaf het achttiende jaar. Men kan zich als nieuwe donor aanmelden tot het 65e jaar; als men eenmaal donor is, kan men tot het zeventigste jaar (mits men in goede gezondheid verkeert) donor blijven. In België mocht men pas bloed geven vanaf 21 jaar, maar dat is rond 1980 gedaald naar 18 jaar. Bloed geven kon men tot de dag voor men 65 jaar oud werd, daarna niet meer. Begin juli 2011 werd die leeftijdsgrens ook opgetrokken naar 70 jaar. Er zijn in Nederland circa 440.000 bloeddonors, die aan circa 850.000 donaties meewerken. Regelmatig moeten donoren stoppen met doneren, omdat zij zeventig worden of vanwege gezondheidsproblemen. Daardoor is er een voortdurende behoefte aan nieuwe donoren.De meeste donoren bij de bloedbank geven volbloed. Dat wil zeggen, dat zij een halve liter bloed afgeven tijdens hun donatie. Dit bloed wordt tegenwoordig niet meer in de oorspronkelijke samenstelling aan een patiënt gegeven, het wordt op het laboratorium in de verschillende onderdelen gescheiden voor verschillende toepassingen.Verder zijn er ook plasmadonoren. Deze geven via een speciale techniek alleen hun bloedplasma af. De rode en witte bloedcellen en de bloedplaatjes worden tijdens deze donatie niet afgenomen.

Plasmadonatie

Een plasmadonatie duurt wat langer dan een bloeddonatie, ongeveer 45 minuten. Het bloed wordt door een naald in de elleboogplooi afgenomen en tegen het stollen met citraat vermengd. In een machine, die naast de donor staat, wordt het bloed gecentrifugeerd, waardoor plasma en bloedcellen gescheiden worden. De donor ontvangt de bloedcellen via hetzelfde slangetje en dezelfde naald terug, terwijl het apparaat het plasma in een plasmazak opslaat.Er bestaan hiervoor verschillende systemen. De centrifuge is de donkerrode koker, rechtsboven op de machine. De bloedcellen worden verzameld in het bakje daaronder. Het plasma stroomt uit de centrifuge door een helder slangetje in een zak die rechtsonder onder het apparaat hangt. Is het vat met bloedcellen vol, dan wordt het proces omgekeerd en worden de bloedcellen door dezelfde naald aan de donor teruggegeven. De donor voelt in zijn ellenboog geen enkel verschil tussen afname en teruggave. Na ongeveer 10 keer afnemen, scheiden en teruggeven is de zak met plasma vol (650 ml) en kan de donor worden afgekoppeld.

Niet iedereen kan plasmadonor worden. Er is veel behoefte aan rode bloedcellen van bloedgroep 0, dus heeft men van bloeddonoren met deze bloedgroep liever een gewone bloeddonatie. Bovendien moeten de bloedvaten van plasmadonoren goed aan te prikken zijn, anders mislukt de donatie.Hierboven werd reeds beschreven dat het enige tijd duurt voor het ijzergehalte weer op peil is bij een volbloeddonatie. Het ijzer is een belangrijk bestanddeel van hemoglobine, dat zich in de rode bloedcellen bevindt. Omdat men de rode bloedcellen bij plasmadonatie niet kwijtraakt, herstelt men sneller van de plasmadonatie. Daarom mag men veel vaker plasma doneren dan volbloed, in principe zelfs één keer per twee weken. De meeste plasmadonoren komen één keer per maand doneren.

Bloedplaatjes donatie

Ten slotte zijn er ook donoren van bloedplaatjes. Via eenzelfde soort speciale techniek als bij de plasma-afname wordt bij hen alleen een bepaalde hoeveelheid bloedplaatjes afgenomen. Er zijn niet zoveel donoren die alleen bloedplaatjes geven, omdat dat relatief gezien niet vaak nodig is. Ook voor het doneren van bloedplaatjes moeten de bloedvaten goed aan te prikken zijn, omdat de donatie lang duurt: zo'n vijftig minuten tot een uur.